Hoe noem je het als je een Pool, waarmee je carpoolt, leert poolen in een poolcentrum ten zuiden van de noordpool? Simpel: poolles. En als je dat in het Pools doet, dan spreek je over Poolse poolles. Wanneer je als nieuwsgierig aagje daar een kijkje gaat nemen, dan neem je dus poolshoogte bij de Poolse poolles. Als je tijdens het gokken op de uitslag van een toernooi gehouden tussen deelnemers van de Poolse poolles langskomt als poolcontroleur, dan kun je zeggen dat je poolshoogte neemt bij de Poolse poolles poule pool.
Monday, December 15, 2014
Saturday, December 6, 2014
Arachnoide aanval
Zit ik net relaxt over Kazachstan te lezen (enorm groot land dat enorm weinig in het nieuws komt) met bijna alle lichten al uit, landt er plotsklaps ineens een corpulente mega SPIN des DOODS vlak naast mijn ooghoek op het bureau. Alarm! Vijftig met spoed opgerolde kranten van titanium waren nodig om deze griezelige geleedpotige invasie af te slaan.
Brr.
Brr.
Wednesday, December 3, 2014
Onderricht in caramboles
Hoe noem je onderricht in caramboles? Precies, caramboleles. En het trainen van caramboleleraren noemt men carambolelesonderwijs. Voor het mogen geven van carambolelesonderwijs heb je een carambolelesonderwijsbrevet nodig, dat je kunt aanvragen bij het carambolelesonderwijsbrevetloket, maar alleen tijdens de carambolelesonderwijsbrevetloketopeningstijden die te vinden zijn op het carambolelesonderwijsbrevetloketopeningstijdenrooster dat wekelijks wordt bijgewerkt door de carambolelesonderwijsbrevetloketopeningstijdenroosteraar.
Sunday, November 9, 2014
Prachtig pionnetje
Het spiegelbeeld van Koning Kees moest uiteindelijk de eenzame, lege werkelijkheid onder ogen zien. De reflectie van zijn grootsheid en grandeur, zijn macht en zijn faam had nooit weerslag kunnen vinden op het zelfbeeld van het prachtige pionnetje dat vol in beeld altijd zo verdrietig voor zijn spiegel stond.
Sunday, October 5, 2014
Kort horrorverhaal
Kort horrorverhaal:
De laatste mens op aarde zat alleen in een kamer. Ineens werd er op de deur geklopt.
De laatste mens op aarde zat alleen in een kamer. Ineens werd er op de deur geklopt.
Sunday, September 14, 2014
Tot de tanden toe bewapend
Sofie Boterlikker, een eenvoudige boerendochter uit Amsterdam met weinig haar op haar tanden, heeft nooit moeite om ergens haar tanden in te zetten. Als ze eenmaal ergens aan begint, dan zet ze een tandje bij en bijt ze door. Door die houding staat ze nooit met haar mond vol tanden als de tandarts haar aan de tand voelt over haar mondhygiene. Over haar eetstoornis houdt ze echter de kaken stijf op elkaar, tenzij ze honger heeft. Dan eet ze met lange tanden en met het schaamrood op haar kaken snel wat chips en cola, een bizar dieet dat regelmatig aan de kaak wordt gesteld door haar omgeving. Ze lacht dan altijd als een boer met kiespijn de opmerkingen weg die ze voor haar kiezen krijgt.
Sofie is te boeken als pantomimespeler.
Sofie is te boeken als pantomimespeler.
Saturday, September 13, 2014
De rode draad in het verhaal
Zelf gaan knutselen in de meterkast is geen aanrader kan ik u vertellen. Blijkbaar heb ik de letterlijke rode draad in het verhaal verkeerd aangekeken. Er klotst nu rode stroom uit de stopcontacten.
Oog voor geveinsde details
Geraldine Kikkertong, eerste nakomeling van een onbekende huisarts zonder sterallures uit een klein dorpje dat zich letterlijk nooit op de kaart heeft weten te zetten, stond bekend om het op kapabele wijze kunnen onderdrukken van haar meest karakteristieke geveinsde emoties. Ondanks dat ze op negenjarige leeftijd kleurenblind was geraakt bleef groen altijd steevast haar favoriete lievelingskleur tijdens betekenisloze dorpsfeesten en flashmobs (Nederlands: flitsmeutes) met minder dan tien deelnemers.
Tuesday, August 19, 2014
IJsontbijt met sorbets
Hey Onno,
Jammer van al die kou en regen op je vakantieadres. Hier in Nederlandje is het onwijs lekker weer geworden. En flink heet, dus we zorgen voor de nodige verkoeling. Zo hebben we sorbets als ontbijt, ijswafels als lunch en ijstaart als hoofdgerecht 's avonds met een ijslollie als toetje. Verder zitten we op gemiddeld twee petflessen zonnebrand per dag per persoon om het verschil te kunnen blijven zien tussen mensen en kreeften. Buiten op het parkeerterrein hebben we wat airco's neergezet om de auto's en toevallige passanten koel te houden. Nou, doei doei maar weer, het zwembad roept hier weer (niet letterlijk natuurlijk, dat zou raar zijn).
Groetjes!
Jammer van al die kou en regen op je vakantieadres. Hier in Nederlandje is het onwijs lekker weer geworden. En flink heet, dus we zorgen voor de nodige verkoeling. Zo hebben we sorbets als ontbijt, ijswafels als lunch en ijstaart als hoofdgerecht 's avonds met een ijslollie als toetje. Verder zitten we op gemiddeld twee petflessen zonnebrand per dag per persoon om het verschil te kunnen blijven zien tussen mensen en kreeften. Buiten op het parkeerterrein hebben we wat airco's neergezet om de auto's en toevallige passanten koel te houden. Nou, doei doei maar weer, het zwembad roept hier weer (niet letterlijk natuurlijk, dat zou raar zijn).
Groetjes!
Saturday, June 28, 2014
Homo's! Niet doen!
"Homo's! Niet doen!"
Hoorde ik een onzichtbaar oud vrouwtje zeggen die nog het hoekje om moest lopen.
Ze had het tegen haar slaperige hond Moos.
Die snuffelde illegaal aan mijn elitaire plastic tasje.
Met z'n snotterige snoet.
True story.
Hoorde ik een onzichtbaar oud vrouwtje zeggen die nog het hoekje om moest lopen.
Ze had het tegen haar slaperige hond Moos.
Die snuffelde illegaal aan mijn elitaire plastic tasje.
Met z'n snotterige snoet.
True story.
Monday, April 21, 2014
Jeff Dunham in Wonderland
Jeff Dunham is een volwassen kerel die met poppen speelt. Het kan niet veel gekker worden. Echt niet. Oh wacht,.. he makes them talk..!
Sunday, April 20, 2014
De tegenwind kwam van voren
Ik ga zometeen een rondje rechthoek met vreemde uitsteeksels, waardoor je natuurlijk zuiver wiskundig gezien niet meer van een rechthoek mag spreken, van veertig kilometer fietsen. Hopelijk valt de tegenwind mee.
UPDATE: de tegenwind kwam van voren gewaaid en de meewind op de terugweg viel tegen.
UPDATE: de tegenwind kwam van voren gewaaid en de meewind op de terugweg viel tegen.
Monday, April 14, 2014
Weg met de waardeloze wandelaar
Wandelaars. Die moeten van de paden af en de lanen uit. Weg met de weerzinwekkende wandelaars op mijn weg. Ze kijken niet op of om. Lopen zonder enige gene met z'n tienen breed naast elkaar over 't fietspad. Zijn boos als je niet je fietsbel gebruikt. Zijn boos als je wel je fietsbel gebruikt. Switchen altijd enkele keren van berm om hun logge lichaam op te parkeren om je vrije doorgang te geven. Wandelaars zijn lopende nadelen. Wandelende wegterroristen. Dat zijn het.
Wednesday, March 19, 2014
Sunday, March 16, 2014
De man die een lift wilde naar het cafe
Zondagavond. Het was op deze zonnige maartse zondag 17:41 geweest en ik reed nog even met open dak rond door het altijd mooie Noord-Holland met de boodschappen veilig opgeborgen in de kofferbak. Toeren door Noord-Holland is de ideale manier om even de gedachten te verzetten. En om de staat te steunen via de buitenproportioneel hoge accijns op wegrijbenzine. Maar goed, ik dwaal af.
Vlak voorbij Krabbendam stopte ik even om wat foto's te maken van de schitterende lucht, uitgeveegde wolkjes en lage zon. Ik stapte uit en concentreerde me op de composities van mijn immer onvolprezen digitale kunstwerken. In de verte peddelde een heerschap te fiets mijn kant op. Ik schonk hem geen aandacht. Dat was echter niet wederzijds.
Bezig met wegvertrekken, de geopende deur al in mijn hand, schoot de fietsmeneer mij aan met de woorden "waar ga je naartoe?". Korte tijd observeerde ik het meneerschap te fiets. 50+. Roker, dat rook ik. Muts op z'n pan. Fiets die al twee wereldoorlogen had meegemaakt. Mostly harmless, was mijn conclusie. Hij vroeg of ik richting Burgerbrug ging. Ik antwoordde bevestigend, met mijn vinger een route tekenend in de lucht die ik van plan was te volgen. "Mag ik dan een lift van je," vroeg het onbekende mijnheerschap. "En je fiets dan?" stamelde ik. "Oh, die zet ik hier gewoon tegen dat verkeersbord neer".
Seconden later rolden de wielen harder dan de politie hebben kan richting Burgerbrug. Preciezer: het cafe van Burgerbrug. Daar wilde meneer graag afgezet worden. Hij was al te laat, dus vandaar zijn liftverzoek verklaarde hij. In die rit van twee minuten ben ik volstrekt niets maar dan ook niets over hem te weten gekomen. Dat was echter niet wederzijds (part deux). Hij ging rijker aan kennis het cafe in. Hij weet nu waar ik ongeveer woon, dat fotograferen mijn hobby is, dat ik graag rondtoer, en dat het in de auto met open dak warmer is dan als je zou lopen. So, more than enough knowledge to wash away with lots of pints of stale beer in a brown boozing bar.
Ik stopte bij het cafe en hij vroeg me of ik iets verder kon rijden. Lichtelijke verbaasd gaf ik plankgas om drie meter verder op zijn verzoek weer te stoppen. Nu kon hij echt recht voor de deur uitstappen. Ik begreep 'm. Hij stapte uit en bedankte me.
De rest van de rit is er weinig bijzonders gebeurd. Ja, ik nam een verkeerde afslag in de veronderstelling dat de brug verderop afgesloten was. Dat bleek niet het geval. Sterker nog, juist de afslag die ik nam om een roadblock te voorkomen bleek gestremd voor doorgaand verkeer. Ik ga The Truman Show nog maar eens kijken.
Einde.
Vlak voorbij Krabbendam stopte ik even om wat foto's te maken van de schitterende lucht, uitgeveegde wolkjes en lage zon. Ik stapte uit en concentreerde me op de composities van mijn immer onvolprezen digitale kunstwerken. In de verte peddelde een heerschap te fiets mijn kant op. Ik schonk hem geen aandacht. Dat was echter niet wederzijds.
Bezig met wegvertrekken, de geopende deur al in mijn hand, schoot de fietsmeneer mij aan met de woorden "waar ga je naartoe?". Korte tijd observeerde ik het meneerschap te fiets. 50+. Roker, dat rook ik. Muts op z'n pan. Fiets die al twee wereldoorlogen had meegemaakt. Mostly harmless, was mijn conclusie. Hij vroeg of ik richting Burgerbrug ging. Ik antwoordde bevestigend, met mijn vinger een route tekenend in de lucht die ik van plan was te volgen. "Mag ik dan een lift van je," vroeg het onbekende mijnheerschap. "En je fiets dan?" stamelde ik. "Oh, die zet ik hier gewoon tegen dat verkeersbord neer".
Seconden later rolden de wielen harder dan de politie hebben kan richting Burgerbrug. Preciezer: het cafe van Burgerbrug. Daar wilde meneer graag afgezet worden. Hij was al te laat, dus vandaar zijn liftverzoek verklaarde hij. In die rit van twee minuten ben ik volstrekt niets maar dan ook niets over hem te weten gekomen. Dat was echter niet wederzijds (part deux). Hij ging rijker aan kennis het cafe in. Hij weet nu waar ik ongeveer woon, dat fotograferen mijn hobby is, dat ik graag rondtoer, en dat het in de auto met open dak warmer is dan als je zou lopen. So, more than enough knowledge to wash away with lots of pints of stale beer in a brown boozing bar.
Ik stopte bij het cafe en hij vroeg me of ik iets verder kon rijden. Lichtelijke verbaasd gaf ik plankgas om drie meter verder op zijn verzoek weer te stoppen. Nu kon hij echt recht voor de deur uitstappen. Ik begreep 'm. Hij stapte uit en bedankte me.
De rest van de rit is er weinig bijzonders gebeurd. Ja, ik nam een verkeerde afslag in de veronderstelling dat de brug verderop afgesloten was. Dat bleek niet het geval. Sterker nog, juist de afslag die ik nam om een roadblock te voorkomen bleek gestremd voor doorgaand verkeer. Ik ga The Truman Show nog maar eens kijken.
Einde.
Het onbekende kind dat van haar fiets viel
Er kwam een kind aangefietst, een meisje. Ik kende haar niet en zij mij niet. Ze reed naar me toe en ik, op mijn beurt, liep te voet naar haar toe. Plotsklaps maakt haar fietsje een zwieper en stortte vlak voor mijn voeten ter aarde, het meisje meenemend in zijn val. Het geluid van het ongewoon naar neerkletterende meisje echoot nog even na in mijn brein. Ik besef dat het noodlottige ongeval niet beperkt is gebleven tot het slachtofferen van een kind, maar ook mij te pakken heeft genomen. Zonder waarschuwing vooraf ben ik ineens verantwoordelijk gemaakt voor het wel en wee van een onbekend mens.
Terwijl ze probeert overeind te komen probeer ik van woorden ("gaat het?") ietwat onwennig over te stappen op daden, daartoe nog extra aangespoord door een vrouw van middelbare leeftijd met geverfd haar die me toebijt "help haar dan toch!", terwijl ze verder loopt richting de supermarkt. Een supermarkt waar ik ook graag heen had gegaan. Het lijkt een eeuwigheid te duren voordat de benen van het meisje en haar fiets van elkaar gescheiden zijn. Eindelijk staat ze op. Al die tijd heeft ze nog geen kik gegeven. En geen woord gezegd. Opmerkelijk. "Remarkable," zoals Freud zou zeggen in z'n beste Engels.
Het stuur van haar fiets staat niet meer recht. Ik wil het voor haar rechtzetten. Een handeling die ik al als klein kind geleerd heb. Het meisje is me echter voor, dus ik schroef mijn ambitities aanzienlijk terug en neem genoegen met de bijrol van het vast en overeind houden van haar vehikel.
De seconde dat haar rijwiel weer rijklaar is springt ze erop en neemt de figuurlijke benen. Over haar schouder roept ze haar eerste woorden "dank je wel!".
Een kind van 8 met een lichaam gemaakt van onbreekbaarium, met daarin een geest van bikkelhardium en awesomnia.
Hoe het afliep met de vrouw van middelbare leeftijd met geverfd haar? Die stond voor me in de rij bij de kassa. Ze kocht twee halve liter blikken bier. Die bracht ze naar een mannelijke entiteit die in een auto zat te wachten. Een Ford. Station wagon. Ik heb haar daarna nooit meer gezien. Het kleine meisje ook niet.
Subscribe to:
Posts (Atom)